Het Groot Vleeshuis in Gent is een voormalige overdekte markt en gildehuis. De verkoop van vlees werd in de middeleeuwen in vleeshallen of vleeshuizen gecentraliseerd om de verkoop van vlees te controleren. De thuisverkoop van vlees was verboden. Elke middeleeuwse stad had een of meer vleeshuizen.In Gent had men in de late middeleeuwen een Groot Vleeshuis aan de Vismarkt (nu Groentenmarkt) en een Klein Vleeshuis nabij de Brabantpoort. Het Klein Vleeshuis bestond vermoedelijk reeds in de 14e eeuw. Het Groot Vleeshuis was meer centraal gelegen en reeds genoemd in de stadsrekeningen van het jaar 1332-1333. Toen moet het echter reeds vele jaren bestaan hebben want een eerste vermelding van het vleeshuis zou dateren uit 1251.Het oudste vleeshuis was niet te vergelijken met het huidige gebouw. Het was een houten huis dat heel wat kleiner was en niet tot aan de Vleeshuisbrug reikte. Tussen deze brug en het oudste Vleeshuis was er een aanlegplaats om de vis vanaf de Leie naar de Vismarkt te kunnen lossen. De Groentenmarkt was tot 1690 de centrale visaanvoerplaats van Gent. Rond 1400 was dat houten vleeshuis sterk vervallen. De vleeshouwers lieten vanaf 1407 een nieuw gebouw optrekken dat groot genoeg was om aan elk lid van het grote ambacht een eigen vleesbank te verpachten. Tussen 1446 en 1448 werd in de zuidwestelijke hoek een kapel met vergaderzaal ingebouwd waarin nog een muurschildering bewaard is gebleven. Om de visaanvoer te kunnen blijven garanderen werden er onder het vleeshuis vier kanalen gemetseld. De platte visschuiten konden zoals voorheen vanuit de Leie rechtstreeks de Vismarkt bereiken. De gewelven van deze doorsteken zijn aan de zijde van de Leie nog goed zichtbaar.
Voeg deze kaart toe aan uw website;
We gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën om uw browse-ervaring op onze website te verbeteren, om u gepersonaliseerde inhoud en gerichte advertenties te laten zien, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen. Privacybeleid