| |- | |} Het Prinselijk Begijnhof Ten Wijngaerde is het enige nog bewaarde begijnhof in de stad Brugge. Er zijn geen begijnen meer, maar sinds 1927 woont er een kloostergemeenschap van benedictinessen, gesticht door kanunnik Hoornaert. In dat jaar werden de huizen aan de westzijde ook omgevormd en uitgebouwd tot het Monasterium De Wijngaard, een priorij van benedictijnse parochiezusters.GeschiedenisAl voor 1240 kwam een gemeenschap van vrome vrouwen zich vestigen op het domein 'de Wingaard', in het zuiden van de stad. Deze benaming verwees waarschijnlijk naar laaggelegen grasland. Het begijnhof werd rond 1244 gesticht door Margaretha II van Constantinopel. In 1245 werd het als zelfstandige parochie erkend. In 1299 kwam het onder het rechtstreekse gezag van koning Filips de Schone en kreeg de titel van "Prinselijk Begijnhof".Het complex omvat de Begijnhofkerk en een dertigtal witgeschilderde huizen, waarvan de meeste dateren uit de late 16e, 17e en 18e eeuw. Deze huizen zijn praktisch allemaal rond een centraal hof gebouwd. De voornaamste toegang met poort is te bereiken via de driebogige stenen brug, de Wijngaardbrug. In een nis is het beeld te zien van de heilige Elisabeth van Hongarije, patrones van vele begijnhoven en ook van het Brugse begijnhof. De Wijngaard is tevens aan de Heilige Alexius gewijd. De toegangspoort is gebouwd in 1776 door meestermetselaar Hendrik Bultynck. Dit jaartal staat boven de poort vermeld. Het eerste begijnhuisje naast de toegang is als museum ingericht en er zijn onder andere schilderijen, 17e-eeuws en 18e-eeuws meubilair en kantwerk te bezichtigen. Een tweede poort verleent toegang via de Sasbrug aan het Sashuis.
Voeg deze kaart toe aan uw website;
We gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën om uw browse-ervaring op onze website te verbeteren, om u gepersonaliseerde inhoud en gerichte advertenties te laten zien, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen. Privacybeleid