Een korte geschiedenis
Reeds in 1395 komt de "Engel" in het charterboek van de Heilige Geest voor, met als ligging: bij het Sint-Pieterskerkhof. Toen de gevel van het nieuwe stadhuis aanbesteed werd, gingen de twee Steenhouwers, die van Leuven en die van Brussel, hun keel verversen in den "Yngel". Aangezien zij door de stad ontboden werden, kwam deze voor de helft tussen in hun verteer.
De jonge patricïers, die in 1455 een steekspel hielden, namen hun "maeltyt snoenens opden Yngel".
De Engel komt ook voor op de bieraccijns van 1512.
Door de brand van Sint-Joris en Spaegnien in november 1553 verloor de Gilde haar lokaal. Zij verzocht de stad om de toelating een kamer te huren in den "Yngel", tussen de Roose en den Horen op de markt. Dit werd toegestaan op 11 april 1554.
Apotheker Vekemans kocht de "Ingel" in 1589.
In 1673 was het de beurt aan oud-burgemeester Jan t'Santels en zijn echtgenote Maria Leunckens; In 1674 was het al verhuurd aan "Sangers den jongen, cremer ende causmaker".
Op 6 november 1786 brandden op de Grote Markt vijf huizen af, "waeronder het huys genaemd Den Yngel. Eene meyd, eene venster in de hoogste stagie gesprongen zijnde, is gelukkiglyk gered bij middel van eenen opengespannen mantel, waarin zy wierd ontvangen."
Vroeger prijkte boven In Den Engel een grote houten engel, na de verwoesting in 1918 betreft het de Aartsengel Michael van de befaamde Egide Rombaux, waarna het beeld een restauratie onderging door Guido van Vliet in 1986.
Het gebouw zelf is in de neo-klassieke stijl opgebouwd, gekenmerkt door orde, strengheid en eenvoud.
De waard heet u hartelijk welkom in een gezellige herberg, gekend langer dan mensenheugenis.
Voeg deze kaart toe aan uw website;
We gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën om uw browse-ervaring op onze website te verbeteren, om u gepersonaliseerde inhoud en gerichte advertenties te laten zien, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen. Privacybeleid